18-05-2021     De Koninklijke Verzamelingen beheren het archief van prins Johan Maurits van Nassau-Siegen, een achterneef van prins Willem van Oranje. Uit zijn archief is vanaf het voorjaar een brief te zien in de tentoonstelling Slavernij in het Rijksmuseum. De laatste jaren is er een groeiende aandacht voor Johan Maurits en kijken wetenschappers kritischer naar de rol die hij speelde in het koloniale verleden als gouverneur-generaal van de kolonie Nederlands-Brazilië. Hij werd tot voor kort met name herinnerd om zijn tolerante houding tegenover religie, en zijn grote interesse voor en stimulering van kunst, cultuur en wetenschap. Maar dit eenzijdige beeld wordt bijgesteld en genuanceerd, aan de hand van zijn persoonlijke betrokkenheid binnen de Trans-Atlantische slavenhandel.

De Historisch-Allegorische Optocht binnen Amsterdam met Johan Maurits te paard
 

De brief van Pieter Mortamer

De tentoonstelling ‘Slavernij’ belicht een periode van 250 jaar slavernijgeschiedenis. Uit de collectie van de Koninklijke Verzamelingen is een brief te zien van Pieter Mortamer, directeur in Luanda in West-Afrika. Deze brief is ingebonden in het convoluut (verzameling van handschriften) van Johan Maurits. Mortamer geeft Johan Maurits advies over het soort geschenken die passend zijn om de relatie met de koning van Congo te versterken. Deze relatie was belangrijk voor Johan Maurits vanwege de handel, onder andere in tot slaaf gemaakte mensen die op de plantages in Brazilië konden werken. Bij het onderhouden van dit soort relaties werd niet geschuwd om tot slaaf gemaakten als geschenk aan te bieden, zo bestond het voorgestelde geschenk onder andere uit een ‘swarte jongen’ die trompet speelt. Het is veelzeggend dat in de brief veel meer aandacht wordt besteed aan de prachtige kledij ‘met silveren kant’ die hij moest dragen, dan aan de jongen zelf. Mortamer beschrijft tot in detail welk uiterlijk vertoon nodig is om de koning van Congo een waardig geschenk te bieden.

Brief van Pieter Mortamer, directeur in Luanda in West-Afrika
 
Johan Maurits 'de Braziliaan', vorst van Nassau-Siegen

Wie was Johan Maurits?

Johan Maurits was de kleinzoon van Jan de Oude en een achterneef van Willem van Oranje. Als zestienjarige jongen trad hij in dienst van het Staatse leger waar hij het militaire vak leerde van zijn oom de vermaarde legeraanvoerder Willem Lodewijk. Later trok hij onder bevel van Frederik Hendrik, de ‘stedendwinger’, op tegen de Spanjaarden in de Tachtigjarige Oorlog. Johan Maurits presteerde jarenlang goed in het leger. Toen in 1636 de West-Indische Compagnie (WIC) een nieuwe gouverneur-generaal zocht voor de Nederlandse kolonie in Brazilië werd Johan Maurits op voorspraak van zijn neef stadhouder Frederik Hendrik voor de functie voorgedragen. De Staten-Generaal ging akkoord met zijn benoeming en Johan Maurits vertrok naar Nederlands-Brazilië om de kolonie aan te sturen en te verdedigen tegen de aanvallen van de Portugezen.

Nederlands-Brazilië en West-Afrika

Nederlands-Brazilië was een gebied aan de kust in het noordoosten van Brazilië. De WIC, die opgericht was om de Spaanse en Portugese macht aan de Zuid-Amerikaanse westkust te doorbreken en het alleenrecht kreeg van de Staten-Generaal op de handel en kaapvaart op de Atlantische Oceaan, had dit gebied rond 1630 veroverd op de Portugezen. De nieuwe kolonie zou echter steeds worden bedreigd door de Portugezen en uiteindelijk namen zij het in 1654 weer in bezit. Het was de Nederlanders te doen om de lucratieve suikerplantages en suikermolens die de Portugezen hadden opgezet. Om de handel winstgevend te houden opperde Johan Maurits om net als de Portugezen gebruik te maken van gedwongen arbeid. De WIC liet haar oog vallen op de West-Afrikaanse kust, waar de Portugezen gebieden in handen hadden en een omvangrijke slavenhandel hadden opgezet. Hiervandaan konden tot slaaf gemaakten over de oceaan getransporteerd worden naar Brazilië. Ze veroverden in 1637 het Fort Elmina in Ghana op de Portugezen en namen de slavenhandel over. Vanuit Elmina breidden ze vervolgens hun activiteiten aan de West-Afrikaans kust uit.

Enkele jaren later, in 1641, gaf Johan Maurits het bevel voor de verovering van Luanda in Angola. Pieter Mortamer werd in Luanda aangesteld als directeur, de bestuurder van de kolonie. Hij was onder andere verantwoordelijk voor het onderhouden van een goede relatie met de Afrikaanse vorsten, zodat de handel in tot slaaf gemaakten goed zou blijven verlopen. Voor de Afrikaanse vorsten vormden de Nederlanders bondgenoten tegen de Portugezen. Mortamer verbleef ruim een jaar in Luanda, daarna vertrok hij naar Brazilië waar hij op 31 oktober 1642 de brief aan Maurits schreef met zijn advies hoe hij de relatie met de koning van Congo kon versterken door hem geschenken aan te bieden.

Plan voor de slagorde van troepen gebruikt door Johan Maurits

Johan Maurits en slavernij

Dat Johan Maurits een rol speelde in de slavenhandel, zowel voor de plantages als voor persoonlijk gewin, staat vast. Hij zorgde ervoor onder de vlag van de WIC dat slaven uit Afrika werden gehaald om te werken op de suikerplantages. Dat Johan Maurits daarnaast ook zelf tot slaaf gemaakten verkocht en gebruikte als bedienden aan zijn eigen hof in Mauritsstad is een minder bekend feit, waar de laatste jaren meer aandacht voor is. Hoe groot zijn persoonlijke rol was wordt onderzocht door onderzoekers van het Mauritshuis.

Portret van Johan Maurits de Braziliaan

Toen Johan Maurits na zeven jaar terugkwam uit Brazilië nam hij zijn intrek in het Mauritshuis in Den Haag waarvan hij de bouw was begonnen voor zijn vertrek naar Brazilië. Het gebouw financierde hij met de inkomsten uit de kolonie. Hoewel hij een aandeel had in de koloniale geschiedenis en de slavernij die hiermee onlosmakelijk verbonden was, is het beeld van Johan Maurits opvallend genoeg in Brazilië overwegend positief. Men ziet in hem een verlicht regent die specialisten in de kunst en wetenschap meebracht uit de Nederlanden. Onder zijn korte bewind floreerde de economie. Bovendien was Johan Maurits tolerant naar de verslagen (katholieke) Portugezen, iets wat opmerkelijk was voor die tijd, waardoor de rust bewaard bleef tijdens de periode dat hij de kolonie bestuurde. De meerdere gezichten van Johan Maurits bieden nog veel ruimte voor onderzoek. In de komende jaren zal het beeld van Johan Maurits steeds verder uitkristalliseren.

Scans

Vanaf vandaag zijn c. 800 scans van enkele inventarisnummers uit het archief van Johan Maurits te bekijken op onze website. Deze archiefstukken kunnen meer inzicht bieden in het koloniaal verleden en zijn gedigitaliseerd in het kader van het project Gedeeld Cultureel Erfgoed van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en in samenwerking met het Nationaal Archief en het project Metamorfoze. Metamorfoze maakt zich sterk voor de preservering en digitalisering van archieven die van belang zijn voor de Nederlandse geschiedenis. Slavernij en slavenhandel is één van de thema’s waar ze speciaal aandacht aan schenken.

Brief van koning Lodewijk XIV aan Johan Maurits
 

Inventaris online

Ter gelegenheid van de tentoonstelling is ook de inventaris van Johan Maurits klaargemaakt en vanaf nu online raadpleegbaar. In zijn archief zijn stukken aanwezig uit zijn tijd in Brazilië, maar ook stukken betreffende zijn militaire carrière, die hij ook na zijn verblijf in Brazilië weer oppakte. Met name over zijn strijd vanaf 1665 tegen de bisschop van Münster, in de volksmond Bommen Berend genoemd, is veel terug te vinden. Ook persoonlijke stukken, zoals zijn aanstellingen en correspondenties met vooraanstaande personen zijn in het archief opgenomen.