23-10-2020     Precies 75 jaar geleden, op 24 oktober 1945, werden de Verenigde Naties (VN) opgericht. Onderdeel van het Handvest was een juridisch hoofdorgaan: The International Court of Justice. Het Internationaal Gerechtshof vestigde zich in 1946 in het Vredespaleis in Den Haag. Deze
‘Tempel des Vredes’ vond zijn oorsprong in de Oranjezaal in Paleis Huis ten Bosch tijdens de Eerste Haagse Vredesconferentie in 1899. Op vrijdag 23 oktober 2020 wordt vanuit het Vredespaleis een speciale uitzending in het teken van 75 jaar VN uitgezonden.

Foto van een tekening, voorstellend een gezicht in de Oranjezaal van Paleis Huis ten Bosch naar het noordwesten, tijdens de openingszitting van de Eerste Haagse Vredesconferentie. Geheel rechts staat de voorzitter. In de zaal zitten de gedelegeerden aan tafels.
 

Vredesconferentie

Op advies van zijn raadsadviseur Ivan Bloch initieerde tsaar Nicolaas II een internationale vredesconferentie. De kranten roemden de vredelievende tsaar en ook koningin Wilhelmina zei in haar troonrede over het voorstel van de tsaar: “Met bijzondere ingenomenheid ontving Ik het voorstel van zijne Majesteit de Keizer van Rusland tot het houden eener conferentie, waarin door vertegenwoordigers van alle Mogendheden zal worden gehandeld over beperking der krijgstoerustingen”. Een locatie was niet direct gevonden. De grootmachten hadden geen vertrouwen in elkaar, de Scandinavische landen waren niet geïnteresseerd, Zwitserland was gevaarlijk vanwege uitgeweken anarchisten en het Belgische parlement zag geen heil in een dergelijke conferentie. Hoewel Nederland aanvankelijk ook gematigd enthousiast reageerde op de mogelijkheid om als gastland te fungeren, werd toch toegestemd en de Eerste Internationale Vredesconferentie in Nederland was een feit.

oranjezaal

Prins Vrederyck

Koningin Wilhelmina stelde Paleis Huis ten Bosch ter beschikking voor de vergaderingen van de Vredesconferentie. Dit was een perfecte locatie vanwege het thema van de schilderingen in de Oranjezaal. Na het overlijden van haar echtgenoot besloot Amalia van Solms de “Sael van Orange” volledig te wijden aan het leven en vooral de successen van stadhouder Frederik Hendrik.

De jongste zoon van Willem van Oranje werd in 1625 benoemd tot stadhouder. Het was vier jaar na het Twaalfjarig Bestand en de strijd tegen Spanje was weer in volle gang. Frederik Hendrik, de stedendwinger, bleek zeer succesvol in zijn veroveringen, maar de Republiek verlangde naar vrede. In 1646 was ook Frederik Hendrik doordrongen van het belang van vrede en zond hij afgevaardigden naar de vredesbesprekingen. De Vrede van Münster maakte hij zelf niet meer mee, want nog tijdens de onderhandelingen overleed de stadhouder. In zijn toneelstuk Leeuwendalers eert Joost van den Vondel de stadhouder “Prins Vrederyck Henrick heeft zijnen naem met de daet, en alle zijne oorlooghstriomfen, en laurieren met eenen eenigen Vredetriomf, en den gezegenden olijftack gekroont, en ons den Vrede, zijnen lesten adem, tot een geluckigh testament nagelaten”.

Zilveren penning met op de voorzijde het borstbeeld van prins Frederik Hendrik, en face naar rechts. De prins draagt het pendant van de Orde van de Kousenband om zijn hals. Rondom het portret staat de tekst: "FRID.HENRICVS D.G.PRINC.AVRAI.COM. NASS.EC".
westwand Oranjezaal

Vredevorst

Dat Frederik Hendrik door Amalia van Solms werd geëerd als vredestichter is op verschillende manieren in de Oranjezaal tot uiting gebracht. Zo blijkt op de westwand dat de pasgeboren telg van de Vader des Vaderlands voorbestemd was om te regeren. Onder zijn leiding zou een gouden tijd aanbreken. Boven de deuren verwijst het gebeeldhouwde fries al naar de vrede. Putti sluiten de deuren van de Janustempel. Deze deuren zijn geopend in tijden van oorlog. Maar met het sluiten van vrede, sluiten ook de deuren van de tempel.

Het hoogtepunt van de zaal is de oostwand met “De triomf van Frederik Hendrik” waarin hij is vereeuwigd als vredebrenger en stichter van de Republiek der Verenigde Nederlanden zittend in een triomfwagen. Onderaan het geheel wordt eenheid verbeeld als fundament van de overwinning. Via de levensgrote beelden van prins Willem van Oranje en prins Maurits klimmen oranjetakken overladen met sinaasappelbloesem, vruchten en bloemen naar boven tot in het midden waar Vrede is afgebeeld. Naast haar ontrollen putti een banderol met de tekst "Ultimus ante omnes de parta pace triumphus" (De belangrijkste triomf die men kan verwerven is de triomf om de verworven vrede).

Oostwand Oranjezaal
Interieurfoto van de Oranjezaal in Paleis Huis ten Bosch, gezien naar het zuidwesten. De zaal is met tafels en stoelen ingericht voor de vergaderingen van de deelnemers aan de Eerste Haagse Vredesconferentie. Op de tafels liggen schrijfmappen en schrijfgerei en staan inktpotten. Boven de ramen aan de tuinzijde is het schilderij 'Allegorie op het huwelijk van Frederik Hendrik en Amalia van Solms' door Honthorst zichtbaar; evenals enkele schilderijen daaronder en rechts

Conférence de La Haye

Op 18 mei 1899, de verjaardag van initiatiefnemer tsaar Nicolaas II, kwamen de ruim honderd gedelegeerden uit zesentwintig landen bijeen in deze symbolische zaal van vrede. Terwijl de gedelegeerden plaats namen in de zaal waar voor eenieder een schrijfmap bedrukt met “Conférence de La Haye 1899” klaar lag, zaten in de koepel enkele kamerleden en journalisten achter de balustrade vanwaar zij het tafereel konden volgen. Om twee uur werd de vredesconferentie geopend met een openingsrede van de minister van Buitenlandse Zaken, Willem Hendrik de Beaufort, waarin hij de koningin dankte voor het prachtige schouwtoneel waar zij de komende maanden gebruik van mochten maken. Ook refereert hij aan de symboliek in de zaal. Op de toegangsdeur van de Oranjezaal zou volgens de toenmalige opvatting de personificatie van de vrede binnen worden gelaten. “Ik hoop, Mijne heeren, dat deze schoone allegorie een goed voorteeken moge zijn voor uw werkzaamheden en dat gij na die volbracht te hebben zult kunnen zeggen dat de Vrede, dien de kunst in deze zaal liet binnentreden, daaruit heengegaan is om zijn weldaden over de geheele menschheid te verspreiden”.

Permanent Hof van Arbitrage

In de zomermaanden van 1899 debatteerden verschillende commissies over drie hoofdonderwerpen. De eerste commissie boog zich over de ontwapening met als resultaat een verbod op gifgassen en dum-dum kogels. De tweede commissie zette zich in voor het verbeteren van de wetten en gebruiken van oorlog en het toepassen van het humanitair recht. De derde commissie onderzocht de mogelijkheden rondom vreedzame geschillenbeslechting. Toen de conferentie op 29 juli tot een einde kwam had vooral deze laatste commissie succes geboekt met een besluit tot het vestigen van het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag.

Interieurfoto van de zittingzaal van het Permanent Hof van Arbitrage met zicht op de tussendeuren en de wand met daarop een groot portret van koningin Wilhelmina. Links, op de onderste rij, zijn de portretten van Victoria, koningin van Groot-Brittannië en van Adolf, groothertog van Luxemburg herkenbaar. Foto uit een portefeuille met een serie van zes zwart-wit foto's van het Permanent Hof van Arbitrage dat van 1901 tot de opening van het Vredespaleis in 1913 was gevestigd aan de Prinsegracht 71 in Den Haag.
menukaart vredesconferentie 6 juli 1899

Gala-diner

De aanvankelijke terughoudendheid van de afgevaardigden verdween al snel na verschillende vergaderingen, uitgebreide lunches in de tuin van Paleis Huis ten Bosch en gezamenlijke diners. Ook koningin Wilhelmina bood een gala-diner aan in het Koninklijk Paleis Amsterdam. Op 6 juli vertrokken de schitterend geklede gasten vanuit Den Haag met de extra-trein, bestaande uit salonrijtuigen en gewone wagons, naar Amsterdam, vanwaar zij met landauers naar het paleis werden gebracht. Het diner vond plaats in de Mozeszaal. Bij het begin van het dessert sprak de koningin haar gasten toe: “Het is Mij een groot genoegen heden de Afgevaardigden der Vredesconferentie om Mij vereenigd te zien en de gelegenheid te hebben Mijne wenschen te herhalen voor het succes van het groote werk, dat aan het edele initiatief van Z.M. den Keizer aller Russen is verschuldigd. Ik kan U de verzekering geven, Mijne Heeren, dat Ik Mij gelukkig gevoeld heb U gastvrijheid in Mijn Residentie aan te bieden”. Tsaar Nicolaas II toonde later op zijn beurt zijn dankbaarheid aan de gastvrouw door haar drie albums te schenken ter herinnering aan de Eerste Haagse Vredesconferentie.

Vredespaleis

Het Permanente Hof van Arbitrage betrok aanvankelijk een pand op de Prinsegracht in Den Haag. Maar een passend gebouw voor vrede was gewenst. Na een ruimhartige schenking van staalmagnaat Andrew Carnegie werd op 30 juli 1907 tijdens de Tweede Haagse Vredesconferentie symbolisch de eerste steen gelegd van het Vredespaleis. De deelnemende landen werd gevraagd een bijdrage te leveren om het Vredespaleis te verfraaien. Zo kwam het marmer van de mozaïekvloeren uit Italië en hout en steen werd geleverd door Scandinavië en Brazilië. België schonk de bronzen deuren van het hoofdportaal en vanuit Engeland kwamen de vier glas-in-loodramen voor de Grote Rechtszaal. Den Haag schonk de eretrap bij de hoofdingang. In aanwezigheid van koningin Wilhelmina en Andrew Carnegie vond op 28 augustus 1913 de officiële opening van het Vredespaleis plaats. In het bouwwerk van de Franse architect Louis Marie Cordonnier hield het hoogste rechtsorgaan van de Verenigde Naties op 18 april 1946 zijn eerste zitting in aanwezigheid van prinses Juliana en prins Bernhard. Tot op de dag van vandaag is het Internationaal Gerechtshof gevestigd in het Vredespaleis in de internationale stad van vrede en recht.

Vredespaleis