26-08-2020     Paleis Noordeinde is twee balzalen rijk: de Grote Balzaal, een imposante ruimte voor grote ontvangsten en de veel intiemere Kleine Balzaal, die tegenwoordig ook wel wordt gebruikt voor informelere ontvangsten. In beide zalen wordt in de regel niet meer gedanst, wel klinkt er tot op de dag van vandaag nog soms muziek. Speciaal voor deze online zomeropenstelling van Paleis Noordeinde werd er een stuk uit de omvangrijke collectie bladmuziek van de Koninklijke Verzamelingen vertolkt door pianist Bart van Oort.

 
intro 2kleine balzaal
 
Kleine Balzaal 3 foto Maarten Schuth

De Kleine Balzaal

Na zijn inhuldiging in 1849 verhuisde Koning Willem III met zijn gezin naar Paleis Noordeinde. Het gezin gebruikte dit paleis als winterresidentie. Zij woonden daar van vlak voor Prinsjesdag tot in het voorjaar, waarna zij naar Apeldoorn vertrokken. Op de eerste verdieping, naast de Grote Balzaal, richtte Willems echtgenote Koningin Sophie haar vertrekken in. Na enkele jaren voelden de koning en koningin behoefte aan een nieuwe ruimte voor intieme huisconcerten en ontvangsten van kleine gezelschappen. In 1854 kreeg de Belgische architect Henri Camp opdracht om een dergelijke ruimte te realiseren door een trappenhuis, een kabinet en de Gele Salon in Sophie’s kwartier samen te voegen tot de Kleine Balzaal. Voor de inrichting koos de koningin de zwierige, lichtvoetige Lodewijk XV-stijl. De zogenaamde rococo uit het midden van de achttiende eeuw beleefde - na zijn eerdere verguizing rond de eeuwwisseling - in de 19de eeuw een revival. De wanden werden nog betrekkelijk strak gehouden en symmetrisch gedecoreerd, maar in de ornamenten voerde het speelse neo-rococo de boventoon. Zwanenkoppen sierden de grote vergulde bronzen kroonluchter en ook de veertien bijpassende wandarmen doen niet veel onder in weelderigheid. De grote spiegels uit één stuk werden gevat in feestelijke lijsten.

In de rijke versiering bespelen zogenaamde putti, naakte kinderfiguurtjes, allerlei instrumenten. Mogelijk is ook het plafond een verwijzing naar het muzikale gebruik van de zaal. In de hoeken zijn in reliëf de vier jaargetijden afgebeeld, die op deze plek aan het beroemde stuk van componist Antonio Vivaldi doen denken. Ook de houten vloer – waar gedanst wordt kan geen tapijt liggen – en vooral de verrassende oplossing voor de orkestbak spreken tot de verbeelding: het middengedeelte van de wand tegenover de raampartij kan worden weggeschoven, zodat de nis daarachter plek biedt voor een paar muzikanten.

Detail van het plafond van de Kleine Balzaal
kate willemIIIensophie

Thé Dansant Costumé

Koning Willem III en Koningin Sophie waren regelmatig te gast op de meest schitterende bals. Op 4 maart 1862 gaven zij zelf een groots gekostumeerd bal op Paleis Noordeinde. De aanwezigen leefden zich uit en gingen gekleed in modieuze creaties, vaak naar historische voorbeelden. De koning zelf droeg een historiserend kostuum van een musketier uit de tijd van Lodewijk XIII en ook koningin Sophie koos voor de zeventiende eeuw. Zij had zich voor de gelegenheid verkleed als Winterkoningin Elizabeth Stuart, naar eigen zeggen geïnspireerd door een portret geschilderd door Gerard van Honthorst, dat op dat moment in Paleis Huis ten Bosch hing.

Nadat de gasten waren binnengestroomd, begon om negen uur het defilé. Na deze ‘marsch’ voerden de quadrilles de dansen uit waar ook de Prins van Oranje als hoofd van de ‘Quadrille Grec’ aan deelnam. Hierna openden de koning en de koningin het algemene bal door middel van een polonaise. In krantenberichten valt te lezen dat de inrichting van de Grote Balzaal en alle aangrenzende zalen bij deze gelegenheid ‘een oogverblindend gezigt’ was. De orkestbak in de Kleine Balzaal werd deze keer gebruikt voor het tentoonstellen van historisch pronkzilver uit de koninklijke collectie.

kate kleine balzaal
kate souper

Een nachtelijk souper

Pas rond één uur 's nachts begon men aan het souper. In de Galerijzaal stond een lange tafel voor de vorstelijke gasten, de leden van de diplomatie en de grootofficieren. In de Kleine Balzaal waren vier tafels ingedekt voor de vier verschillende groepen quadrilles. De andere gasten werden over de rest van de zalen verspreid. Na het souper ging het dansen nog door tot vier uur ’s nachts. ‘Men kan dus zeggen dat dit feest, dat tot zeer laat in den nacht duurde, bij alle aanwezigen dankbare herinnering zal nalaten voor den Vorstelijken gastheer, die onvermoeid alles liet aanwenden wat den luister van het feest en het genoegen der gasten kon verhoogen.’

Een tweede bal

Tien dagen later volgde nog een ‘Thé dansant Costumé, ou Costume de Cour demi gala’ op het paleis. Het bal deed volgens de kranten zeker niet onder aan het vorige. De koning en koningin hadden zich weer verkleed als musketier van Lodewijk XIII en de Winterkoningin, maar ditmaal was het kostuum van de koning nog dieper van kleur en droeg de koningin bij haar japon een fluwelen mantel met hermelijn en een koninginnenkroon van juwelen en parels. Bij het souper lag naast ieder couvert een menu met in de randversiering tekeningen van de kostuums van de vier quadrilles.

menukaart souper gekostumeerd balkopie
programmaboek

De muziek van het bal

Bijzonder is dat er van dit bal veel documentatie bewaard is gebleven in de collecties van de Koninklijke Verzamelingen. Schilder Herman Ten Kate legde verschillende momenten vast in vier aquarellen, de menukaarten bleven bewaard en ook is dankzij archiefstukken bekend dat enkele dagen voor het bal de dansen op het paleis al werden ingestudeerd. Een heel bijzonder stuk is het programmaboek, gebonden in een fluwelen band. Dit bevat het muzikale programma van de beide avonden en hierdoor is bekend op welke muzieksoorten er achtereenvolgens werd gedanst. Ook staan er verschillende kostuums in beschreven en weergegeven.

Tot slot bevat het programma ook de bladmuziek van de opening van het bal. Deze muziek werd, vermoedelijk speciaal voor dit bal, geschreven door de Nederlandse componist François Dunkler en is een mooi voorbeeld van de typische dansmuziek uit het midden van de 19de eeuw. Het geheel bestaat uit korte muziekstukken, die elkaar opvolgen en waarin achtereenvolgens verschillende groepen muzikaal hun entree maken. Het stuk vangt aan met een openingsmars, gevolgd door de muzikale binnenkomst van de vier groepen die de quadrilles, vier paren in de vorm van een carré, dansten. Deze maken elk met een geheel eigen geluid hun entree, de ‘Quadrille Grec’ bijvoorbeeld lichtvoetig en de ‘Quadrille François I’ ronduit bombastisch op ware oorlogsmuziek met bommen en bellen. Na de dansgroepen volgt de entree van de verschillende gekostumeerde gasten. Het gehele muziekstuk is speciaal voor deze online openstelling vertolkt door pianist Bart van Oort, op zijn forte piano in de orkestbak van de Kleine Balzaal.

Piano forte kleinebalzaal

Online zomeropenstelling 2020

 
 
 

Openingsmuziek Bal 1862