19-08-2020     Het Koninklijk Staldepartement werd in 1815 door Koning Willem I opgericht. Het departement dat voor het vervoer van de koninklijke familie en haar hofhouding zorgde, was verspreid over verschillende locaties in Den Haag. Van 1876 tot 1881 werd, in opdracht van Koning Willem III, een voor die tijd zeer modern stalgebouw gerealiseerd in de tuin van Paleis Noordeinde, naar een ontwerp van Hugo Pieter Vogel. In de loop der tijd is het complex gemoderniseerd en zijn verschillende ruimtes omgebouwd tot garages. Het organiseren van het meer traditionele vervoer met paarden en rijtuigen blijft een belangrijk onderdeel van het werk van het staldepartement.

 
intro koetshuis1
 
koetshuis3

Het Koetshuis

Het afgelopen jaar is het koetshuis in volle glorie hersteld. De oorspronkelijke bestrating en lambrisering werd gereconstrueerd, detonerende wandtegels werden verwijderd, houtwerk werd geschilderd en shutters werden aangebracht zodat de collectie in de ruimte nog beter kan worden beschermd tegen schadelijke invloeden – waaronder lichtschade – van buitenaf. Het Koninklijk Staldepartement beschikt over circa zeventig antieke rijtuigen en sledes. In het koetshuis van de Koninklijke Stallen in Den Haag staan enkel de ruim twintig - voornamelijk 19de eeuwse - rijtuigen die gebruiksklaar zijn en ook voor dat doel continu onderhouden worden.

Grofweg is de gebruikscollectie rijtuigen onder te verdelen in drie categorieën: de blauwe rijtuigen voor het meer dagelijks gebruik, de ossenbloedrode galarijtuigen voor officiëlere gelegenheden en de groene rijtuigen, die gebruikt worden voor ritten in de bossen. De laatste groep staat om die reden in het koetshuis in Apeldoorn. De rijtuigen die niet langer in functie zijn, zijn in langdurig bruikleen ondergebracht bij Nationaal Museum Paleis Het Loo.

landauer
glazenkoets3

Glazen Koets

Uiteraard behoren ook de Gouden Koets, de Glazen Koets en de Crème Calèche tot de collectie van de Koninklijke Stallen. Het oudste galarijtuig, de Glazen Koets, is in 1826 gekocht door Koning Willem I. Zowel Koning Willem I als Koning Willem III gebruikte deze koets voor de jaarlijkse opening van de Staten-Generaal. Koning Willem II legde de tocht liever te paard af. Ook Koningin Wilhelmina maakte in eerste instantie gebruik van de Glazen Koets op Prinsjesdag, maar op 15 september 1903 verraste zij de toeschouwers door in de Gouden Koets te verschijnen. De Glazen Koets werd van stal gehaald voor het huwelijk van Prins Bernhard en Prinses Juliana en het huwelijk van Prins Claus en Prinses Beatrix. In beide gevallen namen de ouders van de bruid plaats in dit rijtuig. Toen in 2016 de Gouden Koets vanwege een langdurige restauratie plaats maakte voor de Glazen Koets werd het galarijtuig van Koning Willem I weer het koninklijk vervoermiddel van het staatshoofd op Prinsjesdag.

Twee rijtuigen van Wilhelmina

Naast de rijtuigen die regelmatig te vinden zijn in het Haagse straatbeeld, staan in het koetshuis ook verschillende rijtuigen, die minder frequent buiten komen. Een heel bijzonder voorbeeld is de Crème Calèche, die Koningin Wilhelmina ter gelegenheid van haar inhuldiging in 1898 van Koningin Emma cadeau kreeg. Deze ‘Witte Kroningscalèche' van de Haagse rijtuigenbouwer Hermans was bedoeld als familierijtuig voor semiofficiële gebeurtenissen. Het Dagblad van Zuid-Holland en ’s Gravenhage schreef in 1898 dat het rijtuig ”op coquette wijze gesierd” was. De Crème Calèche werd gebruikt bij staatsbezoeken, de inhuldiging van koningin Juliana en een keer op Prinsjesdag. De laatste keer dat het open rijtuig werd ingezet bij een officiële gelegenheid was in 1994 toen Prins Willem-Alexander in de Crème Calèche het Zuiderparkstadion in Den Haag werd binnengereden om de Wereldruiterspelen te openen.

cremecaleche3
De Crème Calèche met de drafkoffer
duc

Een ander rijtuig in het koetshuis uit die periode is de door Koningin-regentes Emma bestelde Duc. Haar dochter Prinses Wilhelmina leerde al vroeg hoe ze haar pony’s moest mennen. Al op haar vijfde verjaardag mende ze haar pony Baby, vanuit haar toen net gekregen ponysjees. Na deze eerste ponysjees volgden verschillende andere rijtuigen, die door de inzittende werden gemend. In deze Duc maakten zowel Emma als Wilhelmina met regelmaat ritjes in de bossen rond Apeldoorn.

Vakmanschap

Op het paleisterrein zijn ook een rijtuigschilder, een rijtuigtimmerman en een zadelmaker werkzaam. Deze gespecialiseerde vakmensen voeren het meeste onderhoud aan rijtuigen en tuigage in eigen beheer uit. Hun werkzaamheden variëren van het uiterst terughoudend conserveren van historisch materieel tot het vervaardigen van geheel nieuwe onderdelen en van het plegen van klein onderhoud tot het uitvoeren van volledige renovaties. In de film van de online Zomeropenstelling 2020 is de rijtuigschilder te zien terwijl hij werkt aan zo’n volledige renovatie. Bij een volledige renovatie wordt het rijtuig gedemonteerd. De verschillende onderdelen worden met veel zorg opgeknapt, waardoor het rijtuig in historische staat wordt teruggebracht, maar ook geschikt blijft om mee de weg op te gaan.

Verfruimte KSD2
meesterschilder arjen2

Meesterschilder Arjen Kooij werkt op dit moment aan de kast van de in 1839 door de firma C. Visser geleverde Galaberline nummer zes. De conditie van het lakwerk was dermate slecht, dat in dit geval werd besloten om alle verflagen te verwijderen. Kooij brengt met een kwast eerst twee lagen grondverf aan, daarna een laag plamuur en minimaal vijf lagen kleurlak als basis. Vervolgens worden er in het geval van de galaberline rode biezen aangebracht. Ook moeten de decoraties, waaronder de twee grote wapenschilden, minutieus worden gereconstrueerd in olieverf. Na het schilderen en het drogen van de wapens wordt de kast nog één à twee keer blank afgelakt met als eindresultaat een spiegelglad oppervlak met een mooie bolle glans.

Geloofsbrievenceremonie

Twee type rijtuigen die vaak van stal worden gehaald zijn de galaberlines en de blauwe landauers. Deze rijtuigen worden zo’n twintig keer per jaar gebruikt voor de geloofsbrievenceremonie. Recent benoemde buitenlandse ambassadeurs bieden de koning tijdens deze ceremonie, namens hun staatshoofd, twee brieven aan. De inhoud van de eerste brief betreft het terugroepen van de voorganger van de ambassadeur en in de tweede brief geeft een staatshoofd of regering aan dat de nieuwe ambassadeur gerechtigd is om namens hen te spreken. Ook bevestigt deze brief de goede relatie tussen de beide landen. Met de aanvaarding van de brieven is de nieuwe ambassadeur formeel in functie. Het gebruik van rijtuigen voor deze ontvangst was tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog een traditie. Deze traditie is door Koningin Beatrix, na haar aantreden in 1980, in ere hersteld.

geloofsbrieven1

Online zomeropenstelling 2020