Sinds vandaag zijn de twee bijzondere handschriftencollecties verzameld door Koningin Sophie en haar zoon Prins Alexander online te bekijken. Ze bevatten unieke documenten uit de tijd van de Reformatie en de Verlichting. Voorbeelden zijn brieven van Maarten Luther, de keizers Maximiliaan en Karel V, Jean-Jacques Rousseau, Voltaire, Charles Dickens, Alexander von Humboldt, George Washington, Jacob Cats, Michiel de Ruyter en Johan de Witt. Ook bevat de collectie bijvoorbeeld een handschrift met notulen van de Raad van Beroerten, een eigenhandig geschreven manuscript van Le Meunier d’Angibault van George Sand en brieven van Madame de Maintenon, de tweede, geheime echtgenote van Lodewijk XIV van Frankrijk.

Pennenvruchten vorstelijke handschriftencollectie online
 

Met de conservering en digitalisering van deze collecties gaat een lang gekoesterde wens in vervulling. In samenwerking met het Huygens Instituut/NL-Lab worden de handschriften op duurzame wijze voor de eeuwigheid bewaard en zijn ze digitaal toegankelijk gemaakt voor onderzoekers uit binnen- en buitenland. Dit is gebeurd met financiering vanuit Metamorfoze, het Nationaal Programma voor het behoud van het papieren erfgoed.
Bekijk de eerste serie handschriften
Bekijk de tweede serie handschriften

Koning Willem III, koningin Sophie, prins Willem en prins Alexander in de wieg

prins Alexander

De jongste zoon van Koningin Sophie en Koning Willem III, Prins Alexander, erfde naast de bijzondere collectie portretminiaturen ook de handschriftenverzameling van zijn moeder die in 1877 op 58-jarige leeftijd overleed. Twee jaar later in 1879 overleed zijn broer Willem (Wiwill). Alexander trok zich terug in het Johan de Witthuis aan de Kneuterdijk 6 in Den Haag en begon de handschriftenverzameling van zijn moeder fors uit te breiden. Het overlijden van zijn moeder en zijn broer had hem sterk aangegrepen. Hij was erg aan ze gehecht, vooral aan zijn moeder. Hij was onder haar vleugels opgegroeid, ook na de scheiding van tafel en bed tussen zijn ouders in 1855. Van jongs af aan was Alexander ziekelijk. Op latere leeftijd kon hij geen nauwsluitende kleding meer verdragen, wat duidt op een huidaandoening.

bijzondere handschriften

Vanaf april 1880 tot en met februari 1884 heeft Alexander zich gestort op het verzamelen van bijzondere handschriften. Hij was sinds de dood van zijn broer kroonprins van Nederland en had daardoor de middelen om hierin te investeren. Het ging Alexander er niet alleen om handschriften van beroemde personen te verzamelen maar zeker ook om de inhoud van de brieven. Hij had net als zijn moeder een intellectuele inslag. Hij was erg geïnteresseerd in de Verlichting, de Franse revolutie en de Napoleontische tijd maar zijn belangstelling was breder. De interesses van Alexander reflecteren in sterke mate die van zijn moeder. Dat bewijst eens te meer hun innige band.

Fotoportret van prins Alexander in St. Petersburg
Het huis van prins Alexander aan de Kneuterdijk in Den Haag

Laatste jaren op Kneuterdijk

Hoewel Alexander in de jaren zeventig van de negentiende eeuw volop genoot van reizen naar plekken in en buiten Europa, liet zijn gezondheid dit op den duur niet meer toe. De zwakke gezondheid in combinatie met een somber gemoed maakte dat Alexander zich terugtrok in huis. Zijn verzameling handschriften is dus ontstaan vanuit een intellectuele belangstelling, maar ook vanuit een gevoel van leegte dat de dood van zijn moeder en broer had teweeggebracht en vanuit een zekere mate van verveling. In mei 1884 ging de gezondheid van Alexander hard achteruit. Begin juni bleek dat hij aan buiktyfus leed en op de 21ste kwam de prins te overlijden.

Brieven van Rousseau

Alexanders eerste aankoop was op 5 april 1880 bij veilinghuis Martinus Nijhoff. Hij kocht daar het bedrijfsarchief van de uitgever Marc-Michel Rey aan. Rey was een zoon van Franse Hugenoten en kwam oorspronkelijk uit Genève. In 1744 verhuisde hij naar Amsterdam waar hij een uitgeverij begon. Bij hem gaven Franse Verlichtingsfilosofen zoals Rousseau hun werk uit. Alexander kocht brieven aan van o.a. Rousseau, Voltaire, Diderot, d’Alembert, maar ook van de Nederlandse medicus Petrus Camper, de Nederlandse wis-, natuur- en sterrenkundige Jean Henri van Swinden, de Zwitsers-Nederlandse natuurfilosoof Allamand en de Duitse filosoof Friedrich Heinrich Jacobi. De meer persoonlijke, intieme correspondentie van Rey met familieleden kwam tevens in zijn bezit.

Eigenhandige schets van Jean-Jacques Rousseau voor de titelpagina van zijn roman ‘Julie, ou la nouvelle Heloïse'
Fragment uit de brief aan Henri van Goens, 12 april 1880

Uit een brief d.d. 12 april 1880 aan zijn adjudant Henri van Goens bleek waarom Alexander interesse had in deze aankoop: ‘Het verheugt mij, dat ik in het bezit dezer handschriften van Rousseau ben geraakt, daar de inhoud daarvan vrij belangrijk is, en de lezing dezer pennevruchten mij eenige aangename oogenblikken zal doen doorbrengen. Dit laatste is reeds het geval geweest.’ Het was hem dus vooral te doen om Rousseau en het was voor hem een fijn tijdverdrijf om zulke brieven met belangwekkende inhoud te lezen. Alexander betaalde destijds 1675 gulden voor de brieven van Rousseau en voor de gehele veilingaankoop van 5 april gaf hij een bedrag van 2656,88 gulden uit.

Grootste aankoop

De aanschaf van het bedrijfsarchief van Marc-Michel Rey was het begin van een hele reeks aankopen. De grootste aankoop deed Alexander in 1882. Voor maar liefst 14.837,50 gulden kocht hij de handschriftenverzameling aan van de Duitse boekhandelaar en verzamelaar Theodor Oswald Weigel te Leipzig. De consul Albert de Liagre bemiddelde bij de aankoop. Uiteraard wilde Alexander weten of de collectie zo’n hoog geldbedrag waard was. De Liagre vroeg het aan Johann Eduard Hess die de catalogus van de collectie had gemaakt. Hij had daar maar liefst 32 jaar aan gewerkt. Volgens hem ging het om een unieke, zeer complete verzameling handschriften die je nergens anders aantreft: ‘Une collection comme celle-ci [..] n’existe plus, et il serait impossible d’en trouver une pareille; sa valeur consiste surtout dans sa plenitude et il s’y trouve une grande quantité de pieces uniques qui ne se trouvent plus nulle part

Johann Neudörffer de Oudere (1497-1563), Duitse meesterschrijver en rekenkundig leraar in Neurenberg
Johannes Calvijn (Jehan Cauvin) (1509-1564), Frans-Zwitsers christelijke theoloog, reformator

De collectie bevat voornamelijk brieven van personen die een rol speelden in de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). Johan t'Serclaes van Tilly, Albrecht von Wallenstein en Gabriël Bethlen zijn enkele hoofdrolspelers waarvan handschriften aanwezig zijn. Daarnaast zijn er veel brieven van vorsten te vinden, grotendeels uit de zestiende en zeventiende eeuw, uit allerlei delen van Europa: van Zweden tot aan Italië en Spanje, van Engeland tot aan Polen. Ten slotte bevat de collectie een serie brieven van geleerden en kunstenaars. We herkennen vooral veel theologen uit de Reformatie, zoals Luther, Calvijn, Melanchthon en Bullinger. Bijzonder is ook de naam van Jan Hus, voorloper van de Reformatie, die op 6 juli 1415 op de brandstapel stierf. Andere beroemde geleerden en kunstenaars zijn bijvoorbeeld de Duitse kunstschilder Albrecht Dürer, de Nederlandse rechtsgeleerde en schrijver Hugo de Groot en de Deense astronoom Tycho Brahe.

Symposium in het Johan de Witthuis

Om de online beschikbaarstelling van de handschriften feestelijk te lanceren, organiseerden de Koninklijke Verzamelingen en het Huygens Instituut op 12 mei een symposium in het Johan de Witthuis, getiteld Pennenvruchten; vorstelijke handschriftencollectie online. Wij waren zeer verheugd hier het symposium te mogen houden omdat Alexander er de laatste tien jaar van zijn leven woonde. De handschriften lagen in zijn slaapkamer, geheel in eigen beheer. Na zijn dood maakte Victor de Stuers, de grondlegger van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst, een plattegrond van het huis waarbij hij beschreef hoe Alexander de laatste jaren van zijn leven in zijn slaapkamer doorbracht: ‘Werkkamer v d Witt waar Alexander sliep en stierf. Hij was er langen tijd in zijn bed, alles gesloten, lezend overdag bij 4 kaarsen op zijn nachttafel handschr. miniaturen enz. op de [..] courants boeken alles vol.’ Alexander kon niet meer naar buiten. Zijn handschriftenverzameling was een manier om de wereld naar hem toe te laten komen. Door de digitale beschikbaarstelling van zijn verzameling gaan de handschriften nu de wereld weer in.

pennenvruchtenprogrammas

Bekijk het symposium terug