Amalia van Solms verlangde naar een zomerverblijf niet te ver weg van het Stadhouderlijk Kwartier. Een wildernis van elsakkers aan het eind van ‘het Bosch’ leek een geschikte plek. Na toestemming van de Kamer van Rekening van Hollands Grafelijkheid voor deze grond, legde de winterkoningin Elizabeth van Bohemen op 2 september 1645 tijdens een ‘intieme plechtigheid’ de eerste steen aan de ‘Sael van Orange’.
In het teken van de stadhouder
Amalia maakte in nauwe samenwerking met Jacob van Campen en Pieter Post ontwerpen voor het nieuwe ‘Lusthuys in ’t Bosch’. Ze wist zo goed wat ze wilde dat Pieter Post aan prinses Louise schreef: “Vorstinne, uyt wiens vernufte Herssenen het selve ter Wereld is gebracht. So dat ik nauwelijcks yet meer als de hand aen de geboorte geleent hebbe.” Toen Frederik Hendrik op 14 maart 1647 overleed was de bouw van het paleis al in een vergevorderd stadium. Maar aan de decoratie van de Oranjezaal was nog niet begonnen en meteen werd de invulling hiervan aangepast. Amalia besloot dat de centrale zaal met koepel volledig gewijd zou worden aan het leven van haar overleden echtgenoot. Met de decoraties had Amalia ook een politieke en dynastieke ambitie. Zij wilde laten zien dat de Oranjes en het stadhouderschap met elkaar verbonden zouden moeten zijn met de status van een vorst.
Opbouw van de zaal
Samen met Van Campen werkte Amalia de thema's van de Oranjezaal uit. Van Campen coordineerde de uitvoering en dacht het visuele concept van het geheel uit inclusief een ingenieus lichtplan. Voor de decoraties wenste Amalia "de beste schilders van het landt". Uiteindelijk zouden twaalf schilders uit de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden de zaal decoreren. De zaal draait om de successen van Frederik Hendrik gegoten in een decor van vier triomfbogen, die in die tijd in steden te zien waren wanneer vorsten een stad officieel bezochten of een overwinning hadden behaald. De architectuur en de schilderingen vormen zo samen één schijnwereld. In de onderste laag lijkt het alsof de toeschouwer zich midden in een triomfstoet bevindt, waarbij het driedimensionale effect versterkt is doordat de lichtinval in de schilderijen afgestemd is op het werkelijke licht in de zaal. In de laag daarboven zijn (net als in echte triomfbogen) schilderijen met deugden en daden van de vorst weergegeven. In de top van de poorten waren vaak hemelse voorstellingen te zien, in de Oranjezaal zijn dat schilderingen op de gewelfdelen.
Het verhaal van de Oranjezaal begint aan de westwand met de geboorte van Frederik Hendrik.








