15-06-2018     370 jaar geleden werd de eerste steen gelegd voor het nieuwe Amsterdamse stadhuis. In 1655 werd het stadhuis feestelijk ingehuldigd, hoewel het nog een aantal jaren duurde voordat het gebouw gereed was. In het stadhuis was het een drukte van jewelste. Er was ruimte voor rechtspraak en cellen voor de misdadigers. Vier burgemeesters en stadsraden hadden hun intrek genomen in de verschillende zalen. Kantoren voor het regelen van faillissementen, verzekeringen en belastingdiensten waren te vinden in het stadhuis, dat ook nog plaats had voor een wisselbank. Toen Lodewijk Napoleon in 1806 door zijn broer benoemd werd tot Koning van Holland moest er een paleis voor hem komen. Het stadhuis in Amsterdam werd in 1808 omgetoverd tot woonpaleis. Vanaf dat moment is het imposante gebouw op de Dam in gebruik als paleis. Deze zomer dient het ontvangstpaleis van de koning als decor voor de tentoonstelling Uitgelicht - Verhalen uit het Stadspaleis met verhalen achter de schermen over de beelden die het dak sieren, het carillon, de dakconstructie, kroonluchters en de cellen.

verhalen stadspaleis1
 
jacob van campen

Bronzen versiering

Toen Jacob van Campen het stadhuis in Amsterdam ontwierp, gaf hij in zijn schetsen ook veel aandacht aan de decoraties. Naast de rijk gedecoreerde timpanen vallen de zes bronzen beelden op. De Amsterdamse stadsbronsgieter François Hemony kreeg de opdracht om de zes beelden te gieten. Hij heeft ook de klokken van het carillon gegoten.

'Al is ons prinsesje nog zo klein’

Het paleiscarillon werd eeuwenlang op vaste tijden bespeeld. Van 1900 tot 1952 was Jacob Vincent de vaste beiaardier van het klokkenspel. Onder druk van de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog verstomden geleidelijk aan de meeste carillons in de hoofdstad, maar Jacob Vincent bleef de Oranjes en het carillon trouw. Lang na het begin van de bezetting klonk vanuit de klokkentoren het wijsje: 'Al is ons prinsesje nog zo klein.’ In het najaar van 1939 was door Vincent deze melodie op de beiaardtrommel geïnstalleerd naar aanleiding van de geboorte van prinses Irene in augustus van hetzelfde jaar.

klokken koninklijk paleis amsterdam
instructie voor de dienst van de lampenkamer

En toen was er licht

Het carillon rust op een imposante dakconstructie. De dakconstructie was voor het blote oog niet zichtbaar, maar natuurlijk wel heel belangrijk voor het gebouw. Tekeningen en maquettes moesten overtuigen van het beste ontwerp en aanwijzingen geven voor de bouw. Verschillende bouwkundigen gooiden hun tekenkunsten in de strijd om het ontwerp van de kap te mogen aanleveren. Één van deze bouwkundigen had zelfs een ontwerp met een koepel en glas-in-lood ramen bedacht waardoor er meer licht in de zaal zou vallen. Deze kapconstructie heeft het niet gehaald, maar die keuze betekende wel dat er voor goede verlichting gezorgd moest worden. In de kelder van het paleis kwam een lampenkamer, waar lampenisten de zorg hadden voor de tientallen olielampen van het paleis. De grote kroonluchters met olielampjes en bijpassende wandlichten werden vanwege de kosten in blik gemaakt door een Amsterdamse blikslager Hendrik Bosch, Een bijzondere, maar geslaagde keuze.

De tentoonstelling met vijf verborgen verhalen, is van 16 juni tot en met 16 september 2018 dagelijks te bezoeken in het Koninklijk Paleis Amsterdam.